Wat zijn de ongeschreven regels tijdens een schaakpartij? Je telefoon uitzetten is een bekende, hoewel dit inmiddels in de schaakwetten is vastgelegd. Het is mij overigens een raadsel waarom dit nog steeds altijd voor het begin van elke ronde wordt opgedreund, want al meer dan een decennium weet iedereen dat een telefoon die geluid maakt automatisch een nul betekent. Het ergste zijn de wedstrijdleiders die, zodra de telefoon van een speler afgaat, aan hun tegenstander vragen of ze daadwerkelijk de winst willen claimen in plaats van dat ze meteen de nul uitdelen, hoewel ze dat volgens de regels verplicht zijn. Maar goed, ik heb in een eerdere column al genoeg vuur gespuwd over de Nederlandse gedoogmentaliteit.

Wat is een echte ongeschreven regel? Stilte, hoewel men daar op een interne clubavond niet zo strikt mee is. Op de interne bij SISSA kunnen clubleden zelfs verzoeknummers doorgeven. Niet eten achter het bord is logisch omdat het stinkt of irritante geluiden maakt. Geen alcohol drinken – hoewel sommige grootmeesters daar geen enkele moeite mee hebben. Te snel achter elkaar of in een stelling waarin je overduidelijk slechter staat remise aanbieden. Doorspelen als mat onvermijdelijk is. Met opgeven heeft nog nooit iemand gewonnen, maar soms kun je je tijd wel beter besteden.

Iets waar ik zelf bewuster van ben geworden is elkaar een hand geven. Vier jaar geleden heb ik een semester in Finland gestudeerd en ben toen ook lid geworden bij de plaatselijke schaakclub. Als je diezelfde witte kartonnen DGT-doosjes met daarop je geboortestad tegenkomt aan de andere kant van het continent, voel je je toch een beetje thuis.

Mensen keken raar op toen ik voor aanvang van elke partij mijn hand uitstak, maar wat verwacht je in een land waarin iedereen bij de bushalte minstens vijf meter uit elkaar gaat staan? Op het laatst ben ik er maar mee gestopt. Ook bij opgave worden de stukken weer teruggezet in de beginstand, zonder ook maar enig signaal te geven of de klok stil te zetten.

Afgelopen zomer was ik in Stockholm en stuitte zowaar op een tuinschaakspel in het Koningspark (Kungsträdgården). Ik wachtte mijn beurt af en toen ik een tegenstander toebedeeld kreeg, stak ik mijn hand uit om de beste man een prettige partij te wensen. Hij antwoordde echter geïrriteerd dat hij hier gekomen was om een partij te spelen en niet om handen te schudden. Ik had natuurlijk moeten weten dat deze mentaliteit overal in Scandinavië geldt.

Voor mij is het inmiddels zo normaal geworden, dat ik me er niet meer druk over maak. Een voordeel: je hoeft niet bang te zijn voor slap, koud handje. Het schijnt dat een stevige handdruk bij een sollicitatiegesprek meer biedt kansen om aangenomen te worden. We wisten al dat schaken bijdraagt aan een gezonde ontwikkeling, maar nu blijkt wel weer dat dit niet alleen in mentaal opzicht beperkt blijkt.

FM Zyon Kollen schaakt in de Meesterklasse voor Charlois Europoort en komt in de Bundesliga uit voor SV Lingen. Zijn beste resultaat is het winnen van het SPA Chess toernooi in Amsterdam in 2018. De 24-jarige Kollen (rating 2347) studeert Midden-Oostenstudies in Leiden. Behalve een schaakknobbel heeft Kollen ook een talenknobbel: hij spreekt zes talen vloeiend, waaronder Fins , Zweeds en Portugees. Naast studeren geeft Kollen ook schaakles, verzamelt én maakt zelf schaakspellen en schrijft geregeld recensies over schaakboeken op schaaksite.nl. De column van Kollen verschijnt dagelijks op speeldagen rond 12 uur ’s ochtends in het Nederlands én Engels op de website van het Schaakfestival.