Afgelopen zomer waren er weer genoeg Nederlandse toernooien om uit te kiezen. Enkele voorbeelden zijn het ONK Dieren, Leidenchess, Science Park Amsterdam (SPA) en Vlissingen. Zoals bij elke groot toernooi zijn er evenementen van meerdere dagen en verschillende groepen, zoals vierkampen of compactgroepen van zes ronden.

Vorig jaar heb ik aan SPA meegedaan – en geheel onverwachts gewonnen – maar omdat het studententoernooi was afgeschaft en ik daar geen kans kon maken op een norm, besloot ik mijn thuisstad Leiden een kans te geven. De ondergrens bij het Leiden Chess Tournament was aanvankelijk 2000, maar in verband met een te weinig aantal deelnemers is deze verlaagd naar 1900. Wel wat laag als ondergrens van de hoogste groep waar ook IM’s en GM’s meespelen, maar goed, dit had de organisatie tenminste van tevoren aangegeven.

In ronde vier mocht ik het opnemen tegen een jeugdspeler met een rating van nog geen 1800. Natuurlijk was ik hier niet blij mee: ik kan alleen maar verliezen en het vergroot de kansen op een norm evenmin. De partij heb ik gewonnen. Rating niet.

De rest van het toernooi verliep minder goed. Dat is al vervelend genoeg en niemands schuld behalve de mijne, maar met winst op een tegenstander van 1900-2000 kun je de schade nog proberen in te perken. Het heeft niet zo mogen zijn, want in de laatste ronde werd ik ingedeeld tegen een jeugdspeler met een rating van 1684 die n de eerste ronde een bye kreeg. 

Het gaat hier niet om een eenmalige ervaring. De laatste keer dat ik in Dieren meespeelde, mocht ik ergens halverwege het toernooi aanschuiven tegen iemand met een rating van rond de 2050. Hij was geen jeugdspeler, dus de grens was voor hem 2100 en hij had dus niet mee mogen doen. In de laatste ronde werd ik ingedeeld tegen een jeugdspeler die ook de ondergrens niet haalde. Dit symptoom van de Nederlandse gedoogmentaliteit is dus op elk groot toernooi terug te vinden. Daar hoort ook bij dat je als zeur wordt gezien omdat je zegt waar het op staat. 

Ongeveer tien jaar geleden wilde ik in de open groep in Dieren meedoen, maar mijn rating was net te laag. Mijn trainer had destijds nog dispensatie aangevraagd, maar de organisatie bleef erbij dat het tegen het beleid in zou gaan om mij toe te laten. Niet de uitslag waar je op hoopt, maar wel begrijpelijk en gelukkig kon ik het jaar erop wel meedoen. 

Ik kan jeugdspelers het dus niet kwalijk nemen dat ze het proberen, maar als zij daadwerkelijk zo veel talent hebben, kunnen ze het een jaar later met een hogere rating nog een keer proberen. Tegenwoordig is de K-factor 40 voor iedereen onder de achttien en met tot een rating van 2300, dus dat zal snel genoeg gaan. Bovendien haal je met een geen-grenzenmentaliteit het imago van je toernooi omlaag; als titelhouder krijg je wel andere aanbiedingen en niemand zit te wachten om tegen iemand te spelen van wie je alleen kunt verliezen.  

Zowel in Dieren als in Leiden heb ik geweigerd de laatste partij te spelen. Natuurlijk is het niet leuk is voor mijn tegenstander, maar je moet ergens een grens trekken en op een gegeven moment ben je er ook klaar mee. Weinigen namen het me in dank af, maar iedereen heeft wel principes die minder populair zijn. 

Toen ik in een boze e-mail verklaarde dat het de taak van de toernooiorganisatie is om regels op te stellen en te handhaven, kreeg ik als antwoord dat één klacht onvoldoende was om van het beleid af te wijken. De trainers van deze jeugdspelers hadden immers dispensatie aangevraagd, hoewel het bij niemand was opgekomen om deze verzoeken af te wijzen. Blijkbaar gebruik ik geen goede argumenten, enkel en alleen maar omdat ik de enige ben die ze gebruikt. Helaas is de millennialmentaliteit om iedereen het maar naar zijn zin te maken nu ook doorgedrongen in de sigarenkamertjes van het meubilair. Had ik dat stereotype in een eerdere column maar niet afgekraakt…

Zyon Kollen

FM Zyon Kollen schaakt in de Meesterklasse voor Charlois Europoort en komt in de Bundesliga uit voor SV Lingen. Zijn beste resultaat is het winnen van het SPA Chess toernooi in Amsterdam in 2018. De 24-jarige Kollen (rating 2347) studeert Midden-Oostenstudies in Leiden. Behalve een schaakknobbel heeft Kollen ook een talenknobbel: hij spreekt zes talen vloeiend, waaronder Fins , Zweeds en Portugees. Naast studeren geeft Kollen ook schaakles, verzamelt én maakt zelf schaakspellen en schrijft geregeld recensies over schaakboeken op schaaksite.nl. De column van Kollen verschijnt dagelijks op speeldagen rond 12 uur ’s ochtends in het Nederlands én Engels op de website van het Schaakfestival.