Chessfestival Groningen
21 - 30 december 2024
[Event "Schaakfestival Groningen 2012"] [Site "Groningen"] [Date "2012.12.26"] [Round "1"] [White "Van Foreest, Jorden"] [Black "Van Der Wiel, John T.H"] [Result "1/2-1/2"] [ECO "B90"] [WhiteElo "2231"] [BlackElo "2424"] [Annotator "Grooten, Herman"] 1. e4 c5 2. Nf3 d6 {Al een kleine verrassing hoewel Van der Wiel dit vaker heeft gespeeld.} 3. d4 cxd4 4. Nxd4 Nf6 5. Nc3 a6 {Maar wat is dit? Hoe durft de nestor zich tegen een aanstormend jeugdtalent in te laten op de meest modieuze variant die er van het Siciliaans bestaat: de Najdorf? Heeft hij speciaal voor Van Foreest een systeempje klaarliggen?} 6. h3 $5 {En wat doet Van Foreest nu? Rook hij onraad? Overigens is deze zet ooit door Fischer gespeeld (deze partijen zijn toegevoegd in de viewer).} ({Een van de gevaarlijkste aanslagen op de Najdorf is het hyperscherpe} 6. Bg5 {dat ook Van der Wiel ooit met wit op zijn repertoire had staan. Ik heb twee partijen kunnen vinden van Jorden met dit systeem, namelijk tegen Tycho Dijkhuis, Hoogeveen 2011 en F. Hartog, Groningen 2011. In de eerste partij wist hij met voordeel uit de opening te komen, in de tweede stond hij al heel snel verloren (zie de partijen die toegevoegd zijn in de viewer). Wilde Van der Wiel de jongeman in die tweede variant aan de tand voelen?}) 6... Nc6 {Een normaal antwoord, hier zijn veel alternatieven mogelijk.} ({Hier kwam} 6... e6 {voor in een aardige partij Howell-Carlsen, 2010.}) (6... e5 {is vaak gespeeld.}) ( 6... g6 {ook een zeer logische voortzetting.}) 7. g4 Qb6 {Een principiÎle aanpak, vooral door Grischuk op het bord gebracht. Voorlopig treden beide spelers in de voetsporen van de partijen Topalov-Grischuk 2010, Dominguez Perez-Grischuk 2009 en Naiditsch-Grischuk, 2009.} (7... e6 {is iets populairder.}) 8. Nb3 {Deze terugtocht van het paard werd meestal zo gespeeld.} ({In Topalov-Grischuk, de meest recente partij met dit systeem volgde} 8. Nde2 {dat een nieuwtje was op het moment dat de partij gespeeld werd. Een van de bedoelingen is om het paard via g3 in te zetten voor aanvalskansen tegen de zwarte koning. Grischuk kwam echter door origineel spel nauwelijks in de problemen na de opening. Hij ging uiteindelijk na een bijzonder interessant en op het scherp van de snede gespeeld gevecht alsnog ten onder, maar dat lag niet aan de opening. Het laatste woord is hier dus nog niet over gezegd.}) 8... e6 9. Be3 Qc7 {Met twee zetten meer kwam deze stelling ook voor in een partij Pikula-Damljanovic, 2007. Het vervolg was bijna analoog aan de onderhavige partij.} 10. g5 Nd7 11. h4 {Een iets andere set-up dan in de partij Pikula-Damljanovic.} ({Pikula speelde hier om na} 11. f4 b5 {te kiezen voor} 12. a4 b4 13. Ne2 {waarmee wit eigenlijk te kennen geeft dat hij kiest voor 0-0 in plaats van het scherpere 0-0-0.}) 11... b5 {Vreemd genoeg is deze normale zet al een nieuwtje.} 12. Qd2 Nce5 13. O-O-O b4 {Zwart maakt van de gelegenheid om het paard op c3 terug te jagen.} 14. Ne2 (14. Na4 Rb8 15. Nd4 Bb7 {lijkt namelijk eerder beter voor zwart.}) 14... Nc4 {Het paard komt mooi te staan op c4 en zwart kan desgewenst wits sterke loper op e3 ruilen voor het paard.} ({Ik vraag me af wat erop tegen was om nu met een opmars op de damevleugel te komen.} 14... a5 15. Ned4 a4 16. Nb5 Qb8 17. N3d4 b3 $5 {met scherp spel.}) 15. Qd4 ({Van der Wiel maakte zich terecht geen zorgen over} 15. Qxb4 Nxe3 16. fxe3 Ne5 {en het ziet er naar uit dat zwarts compensatie (meer dan) toereikend is.}) 15... Bb7 16. Ng3 Nxe3 17. Qxe3 Rc8 {Het is duidelijk dat zwart het initiatief heeft gegrepen en dat wit een mooie loper heeft moeten inleveren. Daar staat tegenover dat zwart zijn koningsvleugel nog niet ontwikkeld heeft en dat hij ook op zal zien om met ... 0-0 zijn torens op den duur zal verbinden. De ver opgerukte witte pionnen staan dreigend, terwijl ook het paard op g3 snel kan ingrijpen.} 18. Bd3 Be7 19. Kb1 O-O {Zwart heeft geen keus omdat hij anders zijn stukken niet kan laten samenwerken.} 20. h5 {Van Foreest gaat direct verder en hij maakt zich op om met g5-g6 de zwarte pionnenstructuur aan te tasten.} Qb6 21. Nd4 {Wit laat natuurlijk niet de dames ruilen omdat zwart dan beter komt te staan.} Nc5 {De zwartspeler beseft terdege dat pion e6 meer protectie nodig heeft (na g5-g6 en ... f7xg6 gaat e6 hangen).} ({Foutief is} 21... e5 22. Ndf5 Qxe3 $4 23. Nxe7+ {en wit wint een stuk.}) ({Ik denk dat Van der Wiel nauwelijks gekeken zal hebben naar} 21... Bxg5 22. Qxg5 Qxd4 {maar ik zie niet veel beter voor wit dan} 23. Bxa6 (23. e5 $2 {met de dreiging Lxh8+ faalt op} Qxe5) 23... Qxf2 24. Rd2 Qc5 $1 (24... Qb6 $6 25. h6 g6 26. Bxb7 Qxb7 27. Rxd6 {en wit staat eerder beter}) 25. Nf5 $1 { Een mooi 'tegenschijnoffer'.} exf5 26. Rg1 g6 27. Bxb7 {levert een onduidelijke stelling op waarin mijn voorkeur uitgaat naar wit.}) 22. Be2 {Te langzaam, hoewel het idee achter deze zet aardig is. Wit beoogt met Lg4 de druk op e6 op te voeren.} ({De vraag is echter of wit niet toch} 22. g6 $5 { had moeten spelen om vuist te kunnen maken op de koningsvleugel. De standaardreactie met} Bf6 {is waarschijnlijk zwarts beste kans, hoewel zwart een cruciale pion kwijtraakt.} ({Het alternatief} 22... Qc7 $6 {blijkt niet te werken.} 23. h6 $1 {Dit soort wendingen zijn bekend uit Siciliaanse aanvalsstellingen.} ({Niet} 23. gxf7+ Rxf7 {en zwart heeft geen problemen.}) ({ Ook na} 23. gxh7+ Kxh7 {is er weinig aan de hand voor zwart.}) 23... fxg6 24. hxg7 Rf7 {en het lijkt er even op dat zwart alles onder controle heeft, maar... } 25. Rxh7 $1 {is plotseling mogelijk} Rxg7 ({Een fraaie matvariant levert nu} 25... Kxh7 $4 {op} 26. Rh1+ Kxg7 (26... Kg8 27. Rh8+ Kxg7 28. Qh6+ Kf6 29. Nh5+ Ke5 {en nu het bijzonder fraaie} 30. Qg7+ Rxg7 31. Nf3#) 27. Qh6+ Kf6 28. Nh5+ Ke5 29. Qg7+ $1 {Opnieuw deze fraaie afleiding.} Rxg7 30. Nf3#) 26. Rxg7+ Kxg7 27. Rg1 {en zwart verkeert in grote problemen.}) 23. gxf7+ Rxf7 {en nu heeft} 24. Nxe6 {omdat het zwarte paard op c5 gepend staat. Maar desondanks lijkt het erop dat zwart met zijn sterke loper op f6 voldoende compensatie krijgt voor de pion.} d5 25. Nxc5 Qxc5 26. Qxc5 Rxc5 {en in dit eindspel weeg zwarts loperpaar op tegen de minuspion.}) 22... Na4 {Zwart wil gaan werken met de wending ... Pc3+ maar dat komt niet uit de verf.} ({Misschien had zwart uit de penning van het paard moeten stappen.} 22... Qc7) 23. Bg4 Rfe8 24. Qb3 ({Dit was de tweede mogelijkheid voor} 24. g6 {maar na} Bf6 25. gxf7+ Kxf7 {is er weinig aan de hand.}) 24... Nc5 ({Interessant is nu} 24... Nc3+ $5 25. bxc3 Rxc3 26. Qb2 Bxg5 {Zwart heeft twee pionnen en een machtig loperpaar voor het geofferde stuk. Voeg daaraan toe dat wit ook nog met een verminkte pionnenstelling bij zijn koning zit, dan is wel duidelijk dat Van der Wiel hiervoor had kunnen opteren. Toen hij zo jong was als zijn tegenstander nu, zou hij wellicht niet geaarzeld hebben.}) 25. Qe3 Na4 26. Qb3 {En Van der Wiel vond het allang goed zo. Het offer met ... Pc3 liet hij maar voor wat het was.} 1/2-1/2 [Event "Schaakfestival Groningen 2012"] [Site "Groningen"] [Date "2012.12.27"] [Round "2"] [White "Van Der Wiel, John T.H"] [Black "Van Foreest, Jorden"] [Result "1/2-1/2"] [ECO "C70"] [WhiteElo "2427"] [BlackElo "2222"] [Annotator "Grooten, Herman"] 1. e4 e5 2. Nf3 Nc6 3. Bb5 a6 4. Ba4 Nge7 {Deze voortzetting mag voor Van der Wiel niet als een verrassing zijn gekomen. In dit jaar had Van Foreest de zet tweemaal gespeeld.} 5. d4 {Van der Wiel ambieert meestal open stellingen, vandaar dat deze zet past bij zijn stijl.} (5. O-O {is de meest populaire zet.} ) (5. c3 {is ook populair.}) 5... exd4 6. Nxd4 g6 7. Nxc6 {Van der Wiel heeft zijn huiswerk goed gedaan want deze ruil belooft hem voordeel.} (7. Bg5 {is een oude zet die weinig belooft voor wit.}) 7... Nxc6 8. Bxc6 dxc6 (8... bxc6 { kwam voor in een partij Luther-Teske, 1989.} 9. Qd4 f6 10. h4 {met voordeel voor wit.}) 9. Qxd8+ Kxd8 10. Nc3 Be6 {Een nieuwtje, dat er niet onlogisch uitziet.} (10... Bg7 {was de partij Mikhaletz-Varga, 1998 die door wit snel werd gewonnen.}) 11. Bg5+ Kc8 {De koning wordt opgeborgen op de damevleugel.} ( 11... Be7 $2 {zou een grove strategische blunder zijn. Net als in de afruilvariant van het Spaans heeft zwart in ruil voor zijn slechte dubbelpion het loperpaar als compensatie.}) 12. Bf6 Rg8 13. f4 {Deze zet dient twee doelen: wit brengt zijn pionnenmeerderheid zo snel mogelijk naar boven en tevens verhindert hij ... g5 zodat zwart zijn toren niet kan bevrijden. Het nadeel is wel dat de diagonaal g1-a7 ernstig verzwakt wordt.} Bc5 14. Rf1 (14. h3 {om de koning op e2 te posteren komt ook in aanmerking.}) 14... b5 15. O-O-O {Deze impliceert een kwaliteitsoffer.} b4 16. Na4 Be3+ 17. Kb1 Bg4 {Het zwarte loperpaar is zeer sterk en wit moet al materiaal inleveren. Ik verdenkt Van der Wiel ervan dat hij het allemaal zo geregisseerd heeft!} 18. Rde1 Bd2 19. h3 Bxe1 20. Rxe1 Be6 21. b3 ({Op} 21. Nc5 a5 {zal zwart zich op den duur loswerken.}) 21... Kb7 ({Vermoedelijk is} 21... Rb8 {een iets betere optie.}) 22. Nc5+ {Wit speelt zijn troeven uit en dat lijkt goed uit te pakken.} ({Ook in aanmerking kwam} 22. Rc1 a5 23. c3 {waarna hij veld c5 stevig in handen krijgt.}) 22... Kb6 23. Bd4 Kb5 {Hier staat de koning wel heel erg gevaarlijk, dus misschien had Van Foreest zich wat bescheidener moeten opstellen.} 24. Kb2 $6 {Ietwat te voorzichtig, want waarschijnlijk mist wit hier een opgelegde winstkans.} ({Sterk in aanmerking komt hier} 24. c4+ $1 bxc3 25. a4+ Kb4 26. Kc2 {en zwart verkeert in groot gevaar. Het is lastig om te bewijzen dat wit hier vrijwel op winst staat. Een mogelijk vervolg zou} Rgb8 {kunnen zijn.} ({ Mijn engine beschouwt} 26... Rab8 {als zwarts taaiste zet, maar dan is duidelijk dat wit uitstekende winstkansen heeft na} 27. Nxa6+ Ka5 28. Nxb8 Rxb8 29. Bxc3+ Ka6) 27. Rb1 Ka5 {en hier vindt de engine dat wit na} 28. g4 $1 Bc8 29. Nd3 {op winst staat.}) 24... Rgd8 25. Be3 a5 26. a4+ bxa3+ 27. Kxa3 a4 28. c4+ Bxc4 {Zwart is genoodzaakt een stuk te geven, maar het is duidelijk dat wit de enige is die hierna op winst speelt.} 29. bxc4+ Kxc4 30. Rc1+ Kb5 31. Rb1+ Kc4 32. Rc1+ Kb5 {In deze stelling heeft wit uitstekende vooruitzichten, maar het is verre van eenvoudig om het voordeel vast te houden. Om te beginnen heeft zwart twee pionnen voor de kleine kwaliteit en de witte koning staat ook verre van veilig. Essentieel is dat de witte stukken alle belangrijke velden onder controle hebben en dat de zwarte torens voorlopig niet in de strijd kunnen worden gebracht.} 33. Rc3 {Dit laat de zwarte toren toe op de onderste rij.} ({Mogelijk is nu bijvoorbeeld} 33. g4 {om de pionnenmeerderheid in beweging te zetten. Zolang de torens van zwart toch nauwelijks iets kunnen ondernemen, kan wit zijn stelling verder versterken.}) 33... Rd1 34. Nd3 Rd8 35. Ne5 f6 {Waarschijnlijk heeft Van der Wiel gedacht dat hij hier wel iets zou hebben, maar dat blijkt tegen te vallen. Van Foreest toont zich hier een zeer hardnekkig verdediger van een mindere stelling.} 36. Rc5+ Ka6 37. Rxc6+ Kb7 38. Rxf6 Ra1+ {Hij begint flink tegen te spartelen.} (38... R8d3+ 39. Nxd3 Rxd3+ 40. Kxa4 Rxe3 41. e5 Rg3 {komt ongeveer op hetzelfde neer als in de partij.}) 39. Kb2 Re1 40. Nc4 Re2+ 41. Ka3 Rd3+ 42. Kxa4 Rdxe3 {En nu toch maar de optie die op zet 38 ook al kon.} 43. Nxe3 Rxe3 44. e5 Rg3 {Wit heeft nog altijd winstkansen, maar het blijkt te dun te zijn.} 45. Rf7 $6 {Van der Wiel is zijn 'Fingerspitzengef¸hl' een beetje kwijtgeraakt. Je zou toch zeggen dat de ervaren grootmeester juist in een gecompliceerd toreneindspel zijn jeugdige opponent de nodige problemen zou kunnen voorschotelen.} ({Als hij iets had willen bereiken, was misschien} 45. Kb5 $1 {de juiste zet. De koning wordt dichterbij het strijdtoneel gebracht voordat wit aan een andere actie begint. Een voorbeeld:} Rxg2 46. Rf7 h6 47. Kc5 Rg3 (47... Rh2 48. Rg7 Rxh3 49. Rxg6 {en met twee verbonden vrijpionnen heeft wit riante winstkansen.}) 48. e6 Rxh3 49. Kd5 Re3 50. Rf6 $1 {en wit heeft een winststelling in handen.}) 45... h5 $6 {Maar ook Van Foreest begaat een onnauwkeurigheid.} ({Met} 45... Kc6 $1 46. Rxh7 Rxg2 47. Kb3 Rf2 48. Rf7 Kd5 {heeft zwart zich adequaat verdedigd. De witte pionnen zijn kwetsbaar, de zwarte koning staat prachtig gecentraliseerd, het gevaar is geweken!}) 46. Kb5 $1 {Nu grijpt hij zijn kansen.} Rxg2 47. e6 $6 {Het kan zijn dat wit de stelling na deze onvoorzichtige opmars niet meer kan winnen.} ({Met} 47. Kc5 $1 {had hij de pion de nodige ondersteuning van de koning kunnen geven, zoals hierboven al opgemerkt. De koning zou voor zijn vrijpion op e6 langs kunnen kruipen waarna hij niet alleen de opmars van de pion ondersteunt maar ook g6 op de korrel kan nemen.}) 47... Re2 48. Rf6 Kc8 49. Kc6 {Dit is een aardige poging, maar het zou geen succes mogen hebben.} ( 49. Rxg6 Kd8 50. Kc6 Rf2 {met hoogstwaarschijnlijk ook een remise.}) 49... Kd8 50. Kd5 c6+ {Hoogst merkwaardig. Het blijkt niet desastreus te zijn, maar zwart levert zomaar een pion voor niets in.} ({Met} 50... Rd2+ 51. Kc4 Rf2 $1 { met de dreiging ... Ke7 had zwart de veilige remisehaven meteen kunnen bereiken. Bijvoorbeeld:} 52. Rf7 Rd2 53. Rg7 Rf2 {en wit komt niet verder.}) 51. Kd6 Rd2+ 52. Kxc6 Ke7 53. Rxg6 Rf2 {Dit zal hij wel zo berekend hebben. Wit kan pion f4 niet behouden en daarmee is de puntendeling een feit.} 54. Kd5 Rxf4 55. Rg7+ Ke8 56. Rh7 ({Een andere poging met} 56. Rc7 {is ook kansloos na} Rf1 $1 57. h4 Kd8 {met remise.}) 56... h4 57. Ke5 Ra4 58. Kf6 Rf4+ 59. Kg5 Re4 60. Kf5 Ra4 61. Rg7 Ra3 62. Rh7 {En Van der Wiel berustte in het onvermijdelijke.} 1/2-1/2 [Event "Schaakfestival Groningen 2012"] [Site "Groningen"] [Date "2012.12.28"] [Round "3"] [White "Van Foreest, Jorden"] [Black "Van Der Wiel, John T.H"] [Result "0-1"] [ECO "B90"] [WhiteElo "2222"] [BlackElo "2427"] [Annotator "Grooten, Herman"] 1. e4 c5 2. Nf3 d6 3. d4 cxd4 4. Nxd4 Nf6 5. Nc3 a6 6. h3 {Een herhaling van de eerste partij. Maar Van Foreest kon er donder op zetten dat Van der Wiel zijn huiswerk zou doen.} g6 {Hij kiest voor dit systeem dat een soort mix tussen de Najdorf- en de Drakenvariant is. Maar het is niet de 'Dragondorfvariant' die Nakamura wel eens van stal haalt.} 7. Be3 {De normale voortzetting.} (7. g4 {is ooit gespeeld door Carlsen die in een blitzpartij Ponomariov op grootse wijze de baas werd.}) 7... Bg7 8. g4 {Het maakt waarschijnlijk niet zoveel uit welke volgorde wit hanteert. In veel partijen werd gekozen voor Le3, Dd2, g4 en 0-0-0 waarna wit klaar staat voor een koningsaanval of voor een centrumactie.} (8. Qd2) 8... Nc6 9. Qd2 h5 {Met deze aanpak heb ik slechts twee voorbeelden kunnen vinden, van niet al te bijzondere schaakhelden. Het doet een beetje denken aan de aanpak van GM Genna Sosonko in de zeventiger en tachtiger jaren met de Draak. Hij wachtte met de korte rokade, maar hij probeerde eerst de naderende koningsaanval neer te slaan.} 10. g5 Nd7 11. O-O-O O-O {Nu er voorlopig geen h-lijn open komt, kan zwart met een gerust hart kort rokeren.} 12. f4 Na5 13. Kb1 b5 14. b3 {Deze zet bevalt me niet, hoewel dat in de praktijk erg mee zal vallen. Met een loper op g7 lijkt het niet verstandig om zwarte velden op de lange diagonaal vrijwillig te verzwakken. Daarbij wordt ook nog de c-lijn kwetsbaar waardoor zwart de nodige aanknopingspunten krijgt om het initiatief over te nemen. Het is overigens niet eenvoudig om een goed speelplan voor wit te ontwerpen. Het moet waarschijnlijk komen van de actie f4-f5 en daarbij zal hij op de koop moeten toenemen dat hij veld e5 kwijtraakt. Maar na ooit fxg6, fxg6 krijgt wit de aanknopingspunten die hij nodig heeft: pion g6 en het verzwakte veld e6. Dit alles in combinatie met de voor zwart vervelende paardsprong Pc3-d5.} Bb7 15. f5 Nc5 {Zwart gooit zijn stukken richting de witte koning.} 16. Bg2 {Eerst moet pion e4 extra dekking krijgen.} ({De vork met} 16. b4 {faalt op} Nxe4 17. Nxe4 Bxe4 {en zwart krijgt de overhand.}) 16... Rb8 {Het is duidelijk waar Van der Wiel op zit te azen. Hij wil graag met een stukoffer de b-lijn zien te openen om zo bij de witte koning te kunnen komen.} ({Vermoedelijk valt} 16... Be5 {te prefereren boven de tekstzet.}) 17. Rhf1 ({Mijn engine vindt} 17. Nd5 $1 {ijzersterk. Na} Bxd5 18. exd5 b4 19. Rhf1 {valt er voor zwart weinig eer te behalen op de damevleugel, terwijl wit nu wel klaarstaat om na fxg6 pion g6 te gaan belagen of via veld e6 de zwarte stelling te enteren.}) 17... Be5 18. Nd5 {Van Foreest doet alles wat hij moet doen.} Bxd5 {Dat lastige paard moet eraf, maar de witte velden worden hierdoor wel ernstig verzwakt.} 19. exd5 Qc7 20. c3 $6 {Dit ligt voor de hand, maar het verzwakt de koningsstelling nog meer.} ({Met} 20. Rde1 {anticipeert wit op de verborgen dreiging.} Nc4 $1 {Het begin van een offerfestijn dat zijn weerga niet kent!} ({De zet uit de partij} 20... Na4 {lijkt hier minder effectief omdat ... Pc3+ niet meteen materiaal wint, waardoor wit op de koningsvleugel zijn gang kan gaan:} 21. fxg6 Qc3 ( 21... fxg6 $2 22. Rxf8+ Rxf8 23. bxa4 {en alles is voorbij voor zwart.}) 22. Qxc3 Nxc3+ 23. Kb2 b4 24. gxf7+ Rxf7 25. Rxf7 Kxf7 {en wit staat erg goed.}) 21. bxc4 ({Weigering van het offer is helemaal desastreus na} 21. Qe2 Qa5 $1) 21... bxc4+ 22. Ka1 {Met de koning in de vuurlijn van de loper op e5 en een open b-lijn, is het niet verwonderlijk dat zwart verder mag combineren:} Rb2 $5 {Vermoedelijk is} 23. Rb1 $1 {de beste voortzetting, maar dat zal zwart er niet van weerhouden om verder te blijven offeren.} ({Riskant is} 23. Kxb2 c3+ 24. Kxc3 (24. Qxc3 $4 Na4+) 24... Ne4+ 25. Kd3 Nxd2 26. Kxd2 Qc4 27. Nc6 Bc3+ 28. Kd1 Bxe1 29. Rxe1 Re8 {en hoewel wit drie stukken voor de dame heeft, zal zwart zeker niet minder staan omdat de stukken nauwelijks samenwerken en de witte koning bepaald niet veilig staat.}) 23... Nb3+ $5 24. axb3 c3 25. Rxb2 { Enige zet, anders is het mat.} cxd2 26. Nc6 d1=Q+ 27. Rxd1 Bxb2+ 28. Kxb2 gxf5 {en in deze onduidelijke stelling gaat mijn voorkeur toch uit naar wit. Hier zijn de witte stukken veel beter dan de zwarte dame. Dat komt omdat ze hier veel beter samenwerken, terwijl ook de witte koning volkomen veilig staat.}) 20... Na4 $6 {Het verkeerde paardoffer, hoewel dat heel moeilijk te voorzien was.} ({De sterkste zet was} 20... Nc4 $1 {omdat het paard op a5 de zwarte acties in de weg staat.} 21. Qe1 ({Als wit het offer aanneemt, wordt hij geslacht.} 21. bxc4 Qa5 $1 {met beslissend voordeel. Wit verliest tenminste een dame tegen een stuk. Een paar voorbeelden:} 22. Qc2 (22. cxb5 Bxd4 23. Bxd4 Rxb5+ 24. Ka1 Nb3+) 22... bxc4+ 23. Kc1 (23. Ka1 Nb3+ 24. Nxb3 cxb3 {gevolgd door slaan op c3.}) 23... Qa3+ 24. Kd2 Rb2)) 21. bxa4 $6 {Van der Wiel heeft waarschijnlijk goed gezien dat het stukoffer niet aangenomen mocht worden.} ({ Wit had het offer moeten weigeren met} 21. Rc1 $1 {waarna zwart min of meer verplicht er meteen een tweede paard tegenaan te gooien!} Nc4 $5 {Maar de zwarte aanvalskansen blijken op een hersenschim te berusten.} ({Een poging is nog} 21... gxf5 {om de witte toren even weg te lokken na} 22. Rxf5 {en dan pas te offeren, maar ook dan zal wit zegevieren na} Nc4 23. bxc4 bxc4+ 24. Ka1 Rb2 25. Rc2 (25. Qxb2 Nxb2 26. Kxb2 Qa5 27. Rf2) 25... Rfb8 26. Rf1 Qa5 27. Rxb2 Rxb2 28. Qxb2 Nxb2 29. Kxb2 {en zwart komt er niet door. Met een toren en twee stukken voor de dame (en een pion) lijkt mij dat wit vrijwel zeker op winst staat.}) 22. bxc4 bxc4+ 23. Ka1 Rb2 {Wat anders?} 24. Rc2 Rfb8 25. fxg6 fxg6 26. Rfc1 Qa5 27. Bf1 {en zwart heeft helemaal niets hoewel zijn stukken erg dreigend lijken te staan.}) 21... Nc4 22. Qd3 ({Op} 22. Qc1 {antwoordt zwart heel geschikt met} b4 $1) 22... bxa4+ 23. Ka1 Nb2 {Zo wint zwart in elk geval een kleine kwaliteit terug, terwijl zijn operaties over de b-lijn nog bepaald niet beÎindigd zijn.} 24. Qc2 Nxd1 25. Rxd1 a3 26. fxg6 {Jorden gaat voor zijn eigen kansen.} ({Ook} 26. Bc1 {had zo zijn nadelen:} Qa5 27. fxg6 Rfc8 {en ook nu werken alle zwarte stukken mee in de aanval, terwijl het initiatief van wit aan de andere kant slechts een storm in een glas water is:} 28. gxf7+ Kxf7 29. Qh7+ $2 ({Beter is} 29. Rf1+) 29... Ke8 30. Qg6+ Kd8 $1 {en zwart wint.}) 26... Rb2 27. gxf7+ Rxf7 28. Qg6+ Bg7 {We naderen nu het belangrijkste moment van de partij.} 29. Be4 $4 {Daarmee brengt hij een bijzonder gevaarlijke dreiging in de stelling (Dg6-h7+ gevolgd door Pe6+), maar zwart is nu eerder. Maar het blijkt een vreselijke blunder omdat de zwarte dame plotseling met grote kracht ten tonele verschijnt.} ({Hij had iets moeten doen, dat hij de hele partij niet mÛcht spelen, namelijk} 29. Nc6 $1 {Nu de loper op g7 gepend staat, moet de zwarte dame hoe dan ook buiten de deur gehouden worden.} Rxg2 ({Belangrijk is ook dat} 29... Qb7 {beantwoord wordt met} 30. Qxf7+ $1) 30. Bd4 Qd7 31. Rb1 Rb2 32. Rxb2 axb2+ 33. Kxb2 {en hoewel wit een kwaliteit tegen een pion achterstaat, staan de witte stukken zo dominant dat hij volstrekt geen verliesgevaar heeft. Remise lijkt hier de meest waarschijnlijke uitslag.}) ({ In de commentaarzaal probeerde Bˆhm} 29. Nf5 {Zwart heeft echter een fantastische parade die hem ogenblikkelijk de zege oplevert:} Rf2 $3 ({dit werd op het demonstratiebord gebracht en dan zou het na} 29... Rxf5 30. Bd4 { inderdaad onduidelijk zijn.})) 29... Qc4 $1 {Het is ineens over en sluiten.} 30. Nb3 ({Hier faalt} 30. Bb1 {op} Rxa2+ 31. Bxa2 Qxc3+ 32. Kb1 Qb2#) ({Als wit zijn troeven uitspeelt met} 30. Qh7+ Kf8 31. Ne6+ Ke8 32. Nxg7+ {loopt de zwarte koning gewoon naar veilige oorden, terwijl hij alle schepen achter zich verbrandt. De dreigingen van zwart zijn zo sterk dat daar geen parade meer op mogelijk is.} (32. Qg8+ {aangegeven door Van der Wiel en nu moet zwart} Bf8 { antwoorden waarna het witte initiatief wordt lamgelegd.}) 32... Kd7 33. Bf5+ Kc7 34. Ne6+ Kb7 {met winst.}) 30... Rxb3 {Uiteraard opent hij de lange diagonaal.} 31. Bd4 Rb2 {om vervolgens weer naar dit veld terug te keren.} 32. Bb1 Qe2 $1 {De dreiging ... Txa2+ gevolgd door ... Dxb2 mat kan niet meer opgevangen worden, vandaar dat de witspeler zich hier gewonnen gaf.} 0-1 [Event "Schaakfestival Groningen 2012"] [Site "Groningen"] [Date "2012.12.29"] [Round "4"] [White "Van Der Wiel, John T.H"] [Black "Van Foreest, Jorden"] [Result "1-0"] [ECO "C70"] [WhiteElo "2427"] [BlackElo "2222"] [Annotator "Grooten, Herman"] [PlyCount "31"] [EventDate "2012.??.??"] [EventCountry "NED"] 1. e4 e5 2. Nf3 Nc6 3. Bb5 a6 4. Ba4 Nge7 5. d4 {Van der Wiel herhaalt zijn spel uit de tweede partij.} b5 $6 {Ik weet niet wat Jorden heeft gedacht toen hij koos voor deze zet. Had hij geen zin in hetzelfde eindspel als in de tweede partij waarin wit in de opening ergens Lxc6 speelde? Of is de nederlaag van gisteren hem niet in de koude kleren gaan zitten? Of heeft hij verkeerde soufleurs? In elk geval is het een hoogst verdachte inlassing. De loper staat natuurlijk veel beter op b3 dan op a4.} ({De juiste zet is} 5... exd4 {hetgeen Jorden in de tweede partij heel terecht had gespeeld.}) 6. Bb3 exd4 {In mijn database staan uitsluitend overwinningen voor wit met deze stelling. Nou zegt dat niet zoveel, maar wel dat er geen sterke spelers heil in zien om zich op deze stelling met zwart in te laten.} 7. Ng5 {Een directe weerleggingspoging in de stijl van de oude meesters.} d5 ({Een alternatief is} 7... Ne5 {en daarmee is het volgende voorbeeld bekend:} 8. Qxd4 (8. f4 Nc4) 8... d6 9. f4 c5 10. Qf2 Ng4 11. Bxf7+ Kd7 12. Be6+ Kc7 {kwam voor in een partij Barzer-Schaeffer, 2001 die door wit snel gewonnen werd na} 13. Bxg4 Bxg4 14. Nf7 {Ik zal de ratings van beide spelers met de mantel der liefde bedekken...}) 8. exd5 Na5 {De hele gang van zaken heeft wat weg van de varianten uit het Italiaans tweepaardenspel, waarin wit met een vroegtijdig Pg5 ook het zwakke punt f7 op de korrel neemt. Pikant detail: Van der Wiel won met die opening ooit een prachtige partij mee van de huidige trainer van Jorden, Sipke Ernst. Ik heb de partij (die trouwens ook in Groningen werd gespeeld) toegevoegd in de viewer. Gezegd moet worden dat Van der Wiel de stokoude variant in de tachtiger jaren met een laagje nieuwe ideeÎn had voorzien en hier een tijdje lang succesvol mee was.} ({Op} 8... Nxd5 {mag Van der Wiel zich weer in de Romantische periode (eind 1800) wanen:} 9. Nxf7 $1 Bb4+ (9... Kxf7 10. Qf3+ Ke6 11. Qe4+ Ne5 12. Bf4 {met beslissend voordeel.}) 10. Kf1 Kxf7 11. Qf3+ Ke6 12. Qe4+ Ne5 13. Bf4 c6 14. Bxe5 Re8 {en wit staat uitstekend maar zwart kan nog spartelen.}) 9. Qf3 $1 f6 {Een trieste zet, maar helaas noodzakelijk.} 10. d6 { Deze belangrijke tussenzet valt in wits voordeel uit.} Nxb3 {Gedwongen, want anders zou bijvoorbeeld Lf7+ of Pf7 dodelijk zijn.} 11. axb3 {Wit neemt kalm terug en daarmee verovert hij de a-lijn voor zijn toren. Hoe belangrijk dat is, merken we in de partij.} Ra7 $2 {Pas na deze zet komt zwart in beslissend nadeel.} ({Hij had moeten opteren voor} 11... Qxd6 12. Qxa8 fxg5 {waarna hij enige compensatie heeft voor de kwaliteit. Niettemin lijkt wit na} 13. O-O { toch de overhand te krijgen omdat zwart niet goed kan ontwikkelen.}) 12. dxe7 Qxe7+ {Hier heeft Van Foreest zijn zinnen op gezet, maar het pasklare antwoord van Van der Wiel weerlegt zijn idee.} ({Na} 12... Bxe7 13. Ne4 {staat zwart toch echt een stuk achter, zonder dat daar al te veel compensatie tegenover staat.}) 13. Kd1 $1 {De koning maakt plaats voor de toren op e1 zodat zwart eigenlijk niet in de gelegenheid is het stuk terug te winnen. Dat doet hij wel en dan is het snel voorbij.} fxg5 14. Re1 Be6 15. Bxg5 {Ik wilde deze zet een uitroepteken geven, ware het niet dat er nog een sterkere is.} ({Merkwaardig genoeg vindt mijn engine dat} 15. Na3 $1 {zo mogelijk nog sterker is dan het voor de hand liggende schijnoffer van wit. De dreiging Pxb5 is inderdaad bijzonder lastig voor zwart en daarbij kan hij nauwelijks een stuk verzetten.}) 15... Qd7 {Dit versnelt het einde.} ({Feitelijk staat zwart na} 15... Qxg5 16. Rxe6+ {geen stuk achter, maar zijn stelling blijkt ook vrijwel onspeelbaar zoals blijkt uit de volgende varianten:} Be7 (16... Kd7 17. Qc6+ {gaat natuurlijk niet.}) (16... Kd8 17. Rexa6 {komt op hetzelfde neer.}) 17. Rexa6 $1 {Een verrassende wending. De klap valt over de a-lijn omdat zwarts koning niet uit het centrum wegkomt.} Rxa6 18. Rxa6 g6 {Blijkt de enige zet te zijn om de strijd ¸berhaupt nog voort te kunnen zetten.} ({Zo geeft wit na} 18... Rf8 { mat in drie:} 19. Qc6+ Kf7 20. Qe6+ Ke8 21. Ra8#) 19. Ra8+ Bd8 20. Nd2 {Wit neemt alle tijd om zijn ontwikkeling te voltooien en daarna blijkt dat er geen houwen meer aan is voor zwart.} Rf8 21. Qe4+ Qe7 22. Qxd4 {en behalve het feit dat wit een pionnetje buit gemaakt heeft, staan wits stukken bijzonder goed, terwijl die van zwart bepaald niet samenwerken. Toch hadden we graag de techniek van Van der Wiel nog even willen zien. In de partij kunnen de stukken meteen weer in de doos.}) 16. Qf5 $1 {Nu de loper op e6 ook nog verloren gaat, kan zwart meteen ophouden. Een anticlimax van een bijzonder spannende tweekamp. } 1-0