Door: Bart Beijer
Bij een van de ronden voor Kerst stond toernooidirecteur Govert Pellikaan te praten met een vader en zijn jonge zoon Yuan Li, die net voor het eerst een toernooi met lange partijen heeft gespeeld. ‘Dit is het neefje van Whee Ky Ma’, zegt Govert tegen mij. ‘Dat moet hij heel vaak horen’, voegt de vader eraan toe’.
Even het geheugen opfrissen. Whee Ky Ma. Uit mijn eigen geheugen – het geheugen is een verraderlijk ding – herinner ik me een tiener die niet alleen snel vorderingen maakte als schaker, maar ook als leerling en student. Bij Schaakclub Groningen zagen we hem in de interne spelen terwijl hij ondertussen zijn tentamen Quantummechanica aan het voorbereiden was. Om vervolgens een paar weken later te komen met een artikel voor de En Passant – het clubblad – met een uitgebreide analyse van het Gesloten Siciliaans.
Ook meen ik me te herinneren dat met name zijn moeder zijn schaakactiviteiten met argusogen bekeek, want zou het niet teveel afleiden van echt belangrijke zaken. Een begrijpelijke en verstandige reserve, die in de praktijk vaak terecht is gebleken. In dit geval is het goed gegaan. Na een Master is de Wis- en Natuurkunde promoveert hij op de snaartheorie om vervolgens naar de Verenigde Staten te vertrekken en de overstap te maken naar de interdisciplinaire Neurowetenschappen.
Op de dag van de Staunton Jeugd Grandprix komt Whee Ky Ma langs om te kijken naar de verrichtingen van zijn eigen zoon, de zesjarige Yitian, die voor het eerst een toernooi in Nederland speelt. Nadat Govert Whee Ky gestrikt heeft voor het onderwaterschaak, spreken we elkaar in de loop van de middag. De quotes hieronder zijn parafrases.
Bij wijze van start laat ik hem een foto zien uit mijn archief.
‘Dat is lang geleden!’.
Op zijn vijfde kwam hij vanuit Delfzijl naar Groningen, waar hij een paar jaar later schaken leerde en via de jeugdafdeling van Hiddo Zuiderweg bij Schaakclub Groningen kwam. Hij herinnerde zich zijn eerste partij.
‘Dat was tegen Arthur Janssen, ook een jeugdlid. De partij werd afgebroken, zo ging dat toen nog, en dat was leuk, omdat je dan thuis alles kon uitzoeken. Ik heb er nog een stukje over geschreven met getekende diagrammen.’
In de VS begon hij zijn voornaam te schrijven als Wei Ji (de standaardtranscriptie van dezelfde Chinese karakters). ‘Dat was meer in overeenstemming met de fonetische uitspraak en als Amerikanen Whee Ky uitspreken wordt het zoiets als Wiikai’.
Schaak je eigenlijk nog? In New York is er een bloeiende schaakcultuur, als ik het goed heb.
‘Dat klopt, maar ik speel nu eigenlijk alleen op internet, maar aanvankelijk in Californië nog wel. Bij CalTech (California Institute for Technology) schaakten eigenlijk alleen studenten, dus ben ik met hun mee gaan doen. Ook werd ik in 2003 nog 3 e bij het gesloten kampioenschap van Zuid Californië. Nu kriebelt het af en toe wel, maar met twee kleine kinderen ontbreekt het aan tijd.’
Maar je zoon Yitian schaakt wel en hij noteerde zelfs zijn partij. Ik zag dat je na de partij met hem analyseerde. Je leek me heel streng. Ik laat een paar foto’s zien.
‘Ha, ha, is dat zo? Hij heeft wat moeite om zijn aandacht erbij te houden, maar hij vindt het wel heel leuk.”
In New York houdt hij zich bezig met computational cognitive science, een zeer interdisciplinair vakgebied.
‘Dat promoveren op de snaartheorie was eigenlijk een fout. Ik zag het als een intellectuele uitdaging, maar het is eigenlijk niet aan te raden om iets alleen daarom te doen. Wat ik nu doe heeft meer praktische consequenties in real life. We onderzoeken hoe mensen beslissingen nemen in onzekere omstandigheden. Dan zie je bijvoorbeeld dat mensen in onzekere situaties minder vooruitdenken, omdat dat minder lonend is. Dat heeft praktische implicaties’.
Zou je mensen kunnen leren dat vooruitdenken wel lonend is, bijvoorbeeld door te laten zien bij schaken dat vooruitdenken wel lonend is?
‘Dan heb je over transfer van kennis of ervaringen naar andere situaties. Daar is erg veel onzekerheid over. Met schaken is dat nog niet gedaan, maar het is ook erg lastig, omdat dat een moeilijk spel is dat niet iedereen beheerst. We gebruiken in onze experimenten een variant van Boter-Kaas-en-Eieren, maar dan op een bord van 9 bij 4, waar je vier op een rij moet krijgen. Dan zie je wel dat al na enkele tientallen partijen het vooruitdenken verbetert.’
Dat klinkt ook wel logisch.
‘Ja dat is zo, maar het is ook zaak om dat te bewijzen.’
In Groningen komt hij nog eens per jaar langs. Hij is als enige van de familie vertrokken uit Groningen, maar de familie komt af en toe ook in ploegjes op bezoek in New York.
Zijn ervaringen met het onderwaterschaak zijn nog niet in dit gesprek meegenomen. ‘Waar ben ik aan begonnen…’
Na afloop loopt Fons van Hamond binnen. ‘Heeft hij het nog gehad over onze partij uit begin 90er jaren? Ik wilde toen graag de B-groep winnen en moest in een van de laatste ronde tegen Whee Ky, maar kon niet vermijden in het Gesloten Siciliaans terecht te komen.’ De uitslag laat zich raden.
Naschift: bij het Open NK Onderwaterschaak werd Whee Ky gedeeld vierde.
‘De eerste partij verloor ik, omdat ik bijna verdronk. De tweede verloor ik van Zyon Kollen, die gewoon beter was.’
PS – Mijn geheugen heeft me inderdaad weer eens in de steek gelaten. Waar ik me in de inleiding een uitgebreid artikel over het Gesloten Siciliaans meende te herinneren, bleek het bij nazoeken om een 7-delige reeks te gaan getiteld Triumph of the Closed Sicilian, die hij schreef op zijn 16e .
Voor moderner werk, zie dit interessante artikel van Whee Ky:
https://slate.com/technology/2020/12/why-are-the-best-chess-players-men.html#