Over het kersttoernooi in Groningen van afgelopen jaar zult u mij niet horen klagen. Op tweede kerstdag reisde ik af met de vurige wens er wat moois van te maken, maar met in mijn achterhoofd de wetenschap dat ik al geruime tijd in een schaakdipje zat. In het donker scheurend op de A12 zat ik mijn hoofd leeg te maken. Schone lei, Manuelletje en gewoon goed uit je doppen kijken als je aan het schaakbord zit, niet suffen!
Beste lezer, ik ga u hier beslist niet vervelen met allerlei technische wederwaardigheden, maar ik wil u deelgenoot maken van een mooi moment tijdens mijn partij uit de derde ronde, een gna-gna-gna moment. Nou ja, het begon als een moment, maar dat breidde zich allengs uit tot een periode van zo’n veertig minuten, een gna-gna-gna periode, zeg maar.
Om te beginnen dit: bij mijn openingskeuze let ik op de tegenstander. Niks bijzonders, want dat doet u ook als u een toernooitje speelt. Maar er zijn soms tegenstanders die flink onder de radar blijven in termen van partijen die er van hen te vinden zijn op internet. Dan kijk ik mijn tegenstander er fysiek op aan. Jonkie? Oogt ie agressief? Zou dit het beruchte type “pestjochie” kunnen wezen? Misschien maar een kalm-aan-opening en niet meteen de lont in het kruitvat flikkeren. Oudje? Maakt ie een kwieke indruk? Is ie al halfdood? Nadat de eerste openingszetten zijn gespeeld pas ik mijn variantenkeuze daarop aan. Ik hoor u denken: ” Hm, dit is wel een erg subjectieve aanpak. Dat gaat vast niet altijd goed voor je.” Klopt, maar het gaat ook vaak wél zoals ik het me had voorgesteld.
In de derde ronde kwam ik met wit tegen iemand te spelen die wel een paar jaar jonger was dan ikzelf, maar bedaagder leek te zijn dan ik. Dat was mijn indruk. Die was misschien niet helemaal verkeerd, want er verscheen een ouderwetse Dame-Indiër op het bord. Dus van het albekende langzaam-aan-dan-breekt-het-lijntje-niet type. Na zes zetten hadden we beiden gerokeerd en daar speelde ik zeer weloverwogen de zet 7 d5!? Nee vriend, we gaan het niet rustig aan doen. Mijn tegenstander begon te denken. 1 minuut, 5 minuten, 20 minuten. Oeps, U beseft uiteraard wat hier aan de hand was: mijn tegenstander had dit nooit eerder gezien en nam zijn tijd. Heel verstandig, maar hij vond dit vast en zeker niet leuk. Ik daarentegen genoot onbedaarlijk van een gna-gna-gna- moment, een gna-gna-gna-periode zelfs. Heb ik je mooi te pakken, vriend!
Uiteindelijk speelde mijn opponent het gebruikelijke antwoord. Toen ik expres bliksems vlug – om niet te zeggen met een zekere arrogantie – 8 Ph4 liet volgen ging hij weer 20 lange minuten in de denktank. Hier was een oude kater in een verdomd vreemd pakhuis terechtgekomen. Ook in de volgende twee zetten werd trouwens ruim tijd geïnvesteerd. Toernooideelnemer en oud-clubgenoot Ruurd, die een kijkje kwam nemen toen hij even “vrij” had, schudde het hoofd. “Speelt ie Dame-Indisch, kent ie deze variant niet !?”. Ik vond het helemaal prima, zo liet ik Ruurd weten.
Na afloop van de partij – de uitslag laat zich wel raden – begaven mijn tegenstander en ik ons naar buiten voor een saffie respectievelijk een sigaar. Er volgde een redelijk geanimeerd gesprek. Ik geloof niet dat ik hem daarbij heb toevertrouwd hoe intens boosaardig ik gedurende die 40 minuten aan het genieten was geweest. Dat zou inderdaad een schandelijke mededeling zijn geweest. Gna, gna, gna.
Manuel Nepveu
Manuel Nepveu komt al meer dan 30 jaar rond de kerst naar Groningen voor het toernooi, tegenwoordig Chessfestival Groningen. Zijn eerste verslagen stonden in de En Passant in de jaren ’70. Tegenwoordig schrijft Nepveu columns voor Promotie Zoetermeer, die bovendien te genieten zijn via Schaaksite.